Druksels of schilderijen?
Ik combineer meerdere grafische technieken, maar zonder gebruik te maken van een drukpers. Mijn werken zijn dus unica.
Ik schilder niet met een kwast, maar met spatels en rollers, soms met behulp van sjablonen. Op mijn “palet”, een glasplaat van 150cm x 75cm, meng ik de kleuren van mijn oliedrukinkten). Deze kleurvlakken haal ik op met met meestal zware, tot 50 cm brede rubberen rollers en breng ze over op voorbewerkt karton of hout.
De grote rollers beperken mij in mijn mogelijkheden. Ik moet het een en ander verzinnen om te voorkomen dat een roller enkel een vierkant vlak uitrolt. Maar daar staat ook veel tegenover:
De kleuren van mijn oliedrukinkten zijn wonderbaarlijk mooi, want heel erg verzadigd van pigmenten. Open ik de pot “groen”, dan zie ik daar een intens donkere, bijna zwarte verfemulsie, maar eenmaal verdund ontstaat het prachtigste, helderste lichtgroen. Het mengen van de kleuren op mijn “palet” is vaak het begin van mijn werk. Van daaruit denk ik verder. Ik kijk naar vormen van kleurvlakken, hun relatieve grootte, de homogeniteit of gestructureerdheid, naar de manier waarop kleurvlakken op elkaar aansluiten –abrupt, zacht, vibrerend-, naar hun relatieve gewicht, het ritme in de opeenvolging van kleurvlakken en zo voort. Ik wil graag dat alle onderdelen van het schilderij iets met elkaar doen, waardoor de blik van de beschouwer rustig vastgehouden wordt.
Ik geef zelden titels aan mijn werken. Als mensen ernaar kijken, zeggen ze namelijk vaak verrassende dingen, die toch ook weer dicht bij mijn eigen associaties staan. De weinige titels die er zijn hoeven niet zo serieus te worden genomen. Ik hoop dat mijn schilderijen een hele waaier aan associaties toelaten. Daarom schilder ik immers abstract.
De laatste jaren gebruik ik karton en hout als drager. Daardoor kan ik laag over laag verf aanbrengen. Mede daardoor is mijn werk veranderd. Wat in die jaren is gebleven is mijn hang naar wilde ingrepen. Als ik mij bij voorbeeld herinner dat onder een donker kleurvlak een contrasterende kleur verborgen zit, dan kan ik heel impulsief mijn spatel door dat donkere kleurvlak heen schuiven. Dat pakt misschien heel lelijk uit, maar soms zit “lelijk” toch ook weer spannend dicht bij “mooi”! Mogelijk raakt ook alles uit zijn voegen en begint het zoeken naar een compositie opnieuw, maar dit soort avonturen leidt vaak weer tot iets heel nieuws, en dat is precies waar ik altijd naar op zoek ben.